Indian music and dance |
Muziektraditie - Zang
|
|
Zang en Indiase muziek traditie
In de Indiase muziektraditie heeft zang altijd een voorname plaats ingenomen. Zij vormt de basis van de Indiase klassieke muziek. Terwijl in de Noordindiase traditie instrumenten als sitar en sarod gedurende de laatste honderd jaar de zang in populariteit zijn voorbijgestreefd, wordt in de Zuidindiase traditie de zang nog altijd het meest beoefend. Alap - Alapana
Bij een uitvoering van een bepaalde raga kan men beginnen met een gedeelte waarin de stem op
het melodieinstrument in vrije tijdmaat de melodische kenmerken van de gekozen raga introduceert
en uitwerkt - zonder begeleiding op de trom (men). Dit gedeelte wordt in het noorden alap en in
het zuiden alapana genoemd. In de strenge dhrupad zangstijl van Noord-India is dit gedeelte zeer
uitgebreid en kan het meer dan een uur duren.Dhrupad
Dhrupad is een zeer oude muziekvorm die nauw verbonden was met rituelen in de hindoetempels.
Na een bloeiperiode aan de vorstenhoven in de 16e/17e eeuw verdween zij van het toneel om
plaats te maken voor de khyalstijl. In een dhrupad uitvoering speelt alap een zeer belangrijke rol.
Hierin komt de essentie van de raga - het raamwerk dat het uitgangspunt is voor de melodische
improvisatie - het beste tot zijn recht. De raga wordt langzaam en systematisch noot voor noot en
van laag naar hoog opgebouwd. De improvisatie- en variatiemogelijkheden zijn in de dhrupadstijl beperkt.
Het gaat vooral om zeer ingewikkelde ritmische variaties, die met een climax moeten leiden naar de sam,
het hoofdaccent van de maatsoort. Er is een aantal specifieke tala's die speciaal in de dhrupadstijl
worden gebruikt.Khyal
De khyal-stijl ontwikkelde zich in de 18e eeuw uit de veel oudere dhrupadstijl.
Met zijn ernstige, vastgelegde composities bood de dhrupad veel minder ruimte aan
behoeftes van die tijd dan de veel lichtere variaties en improvisaties van de khyal.
De opkomst van de sitar (later ook van de sarod en andere) is nauw verbonden met deze
doorbraak van de khyal. De zanger of zangeres heeft een grote vrijheid om muzikale
ideeën en gevoelens uit te drukken en hij of zij kan daarbij gebruik maken van
allerlei gracieuze versieringen en snelle melodische passages.Thumri
De thumri is een lichtklassieke zangstijl met romantische liedteksten.Ghazal
In de semiklassieke Indiase muziek neemt de ghazal een prominente plaats in.
De ghazal is een gedicht van meestal 7 tot 17 coupletten. Dit zijn tweeregelige eenheden,
meestal in de Urdu-taal. Het thema is de liefde (Ishq)- liefde tussen de gelovige jegens God
of liefde tussen twee personen. De coupletten behandelen op zichzelf staande en uiteenlopende
onderwerpen. De zanger heeft een grote vrijheid om melodielijnen te improviseren. Dit is het
belangrijke kenmerk van de ghazal waardoor deze zich onderscheidt van andere liefdesgedichten
waarin van begin tot eind een doorlopend verhaal wordt beschreven. De ghazal ontstond in de
dertiende eeuw in het oude Perzië. Een eeuw later werd de ghazal door de Perzen in India
geïntroduceerd. Deze werd verder ontwikkeld door de Moghulhoven en Perzisch werd vervangen door Urdu.Bhajan
De bhajan is een religieus lied, opgebouwd uit een aantal verzen/strofen, dat oorspronkelijk
bedoeld was voor erediensten in de tempel. Vrij spoedig na zijn ontstaan werd
deze echter uit
de gewijde sfeer van de tempel gehaald. Het centrale thema van de bhajan is de verering van God,
de Schepper, of een van de talrijke goddelijke manifestaties die het hindoeïsme rijk is.
Veelvuldig worden Rama, Krishna, Vishnu, Durga enzovoort bezongen. Er zijn twee types bhajans:
een met een simpele tekst en compositie, waardoor deze vooral wordt gebruikt in samenzang.
De andere heeft een complexe tekst en de melodie is luistermuziek.Naast de bhajan lenen ook kirtans zich voor samenzang. In deze lofzangen van een- of twee regels staat God centraal. Tijdens erediensten in de tempel leidt de priester de zang in, waarna de aanwezigen de tekst in de aangegeven melodie herhalen. |
|